Taal- en spraakproblemen

Vertraagde taalontwikkeling

Sommige kinderen hebben een vertraagde taalontwikkeling (beperktere woordenschat, beknopte zinsbouw, moeite met verbuigingen,..). Hierdoor scoren ze gemiddeld lager dat de ‘normgroep’ en hun taalniveau komt dus overeenkomt met het taalniveau van een jonger kind. Via specifieke taaltherapie kan het zijn dat het kind zijn/haar achterstand inhaalt.

Download hier ’10 signalen voor taalproblemen’ bij diverse leeftijdscategorieën

De taalontwikkeling verloopt volgens een bepaald patroon. De taalprestaties die het kind minimum moet vertonen op een bepaalde leeftijd zijn de volgende (volgens Goorhuis & Schaerlaekens, 2000):

  • 1 jaar: Het kind brabbelt veel en gevarieerd, zowel in klankpatroon als melodie. Het probeert via wijzen en brabbelen gericht en doelbewust dingen te bekomen of er de aandacht op te vestigen. Het kind reageert tevens op zijn eigen naam en leert dat personen, voorwerpen en gebeurtenissen een naam hebben.
  • 1,5 jaar: Het kind zegt naast de woordjes ‘papa’ en ‘mama’ nog een vijftal andere woordjes. Deze woordjes zijn veelal nog onvolledig, bijvoorbeeld: ‘paa’ (paard), ‘pa-pu’ (paraplu). Het kind begrijpt wel meer woorden dan het zelf gebruikt.
  • 2 jaar: Eerst spreekt het kind in éénwoordzinnen waarbij één woord staat voor een hele zin. Bijvoorbeeld: ‘bal?’ staat voor ‘Waar is de bal?’. Dit gaat geleidelijk over naar tweewoordzinnen, bijvoorbeeld: ‘koek eten’, ‘bal hebben’. Ongeveer de helft van wat het kind zegt wordt door de anderen verstaan.
  • 3 jaar: Nu spreekt het kind al in drie- tot vijfwoorduitingen. De grammaticale structuur van deze uitingen is vaak nog erg afwijkend van de ‘volwassen’ grammaticale structuur, bijvoorbeeld: ‘ik is recht bij de wei hardgeloopt’ (ik ben langs het weiland gerend). Ongeveer driekwart van wat het kind zegt wordt door anderen verstaan.
  • 4 jaar: Het kind is in staat te spreken in eenvoudige, enkelvoudige zinnetjes met al meer grammaticale structuur. Zo begint het werkwoorden te vervoegen en gebruikt het de eerste meervoudsvormen. De woordenschat breidt nu zeer snel uit. Daarom kan het kind reeds eenvoudige vragen beantwoorden.
  • 5 jaar: Het kind spreekt nu in redelijk goed gevormde zinnen. Ook kan het samengestelde zinnen gebruiken. Vrijwel alles van wat het kind zegt wordt door de anderen verstaan. Omgekeerd begrijpt het kind het alledaagse taalgebruik.

Wanneer deze afwijkend/ vertraagd verloopt, kan logopedie ingezet worden.

Wanneer is logopedie noodzakelijk? Hier alvast enkele signalen:

  • 10 maanden: het kind brabbelt nog weinig
  • 18 maanden: het kind praat nog niet of praat enkel met klinkers. Uw kind begrijpt ook weinig van wat u vertelt.
  • 2-2,5 jaar: het kind maakt nog geen tweewoordzinnen
  • 3-4 jaar : het kind praat nog niet in kleine zinnen. Het kind is nog grotendeels onverstaanbaar
  • 4-5 jaar : het kind kan nog geen verhaaltje of een gebeurtenis vertellen. Het kind spreekt nog niet alle klanken goed uit.
  • 5 jaar: het kind maakt nog geen goede zinnen.

Taalontwikkelingsstoornis/ dysfasie

Wanneer er sprake is van een ernstige expressieve (praten) en/of receptieve (taalbegrip) taalstoornis, die hardnekkig blijft duren en ernstig interfereert met de sociale communicatie van de kinderen en/of in de dagelijkste activiteiten die mondeling taal vereisen, spreken we van dysfasie of een specifieke taalstoornis. De taalontwikkeling van de kinderen verloopt vertraagd en ook afwijkend i.v.m de leeftijdsgenoten.

Ouderbegeleiding

Ook bij de jonge kinderen met een taalachterstand kan specifieke ouderbegeleiding een grote meerwaarde betekenen (via directe/ indirecte therapie). Via ‘Taalmaatjes’ gaan we samen met de ouders enkele weken op een laagdrempelige manier aan de slag om de communicatie en de taal van hun kind op een speelse manier te stimuleren. De ouders worden in dit programma getraind om hun kind met spraak- en taalproblemen thuis verder te begeleiden. De ouders leren onder andere om in de alledaagse thuissituaties een rijker en bewuster taalaanbod aan te bieden. Zo maken we van de ouders mede-therapeuten bij de taalontwikkeling van hun kind. De ouderbegeleiding kan in de praktijk doorgaan, alsook via telelogopedie (online: jullie krijgen dan een link toegestuurd om online aan de sessie deel te nemen).

Scroll To Top